ECLI:NL:RBZWB:2024:87

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
9 januari 2024
Zaaknummer
22/5635
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen WOZ-waarde en aanslag onroerendezaakbelastingen

Op 10 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 28 oktober 2022, waarbij de WOZ-waarde van een woning op 1 januari 2021 was vastgesteld op € 185.000. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling en de daaropvolgende aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2022. Tijdens de zitting op 29 november 2023 heeft de gemachtigde van de belanghebbende aangegeven dat de beroepsgronden niet meer van toepassing zijn, waardoor de WOZ-waarde en de aanslag OZB gehandhaafd blijven. Partijen zijn overeengekomen dat de heffingsambtenaar de griffierechten ter hoogte van € 49 zal vergoeden aan de belanghebbende. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere vaststelling van de WOZ-waarde en de aanslag OZB in stand blijven. De uitspraak is openbaar gemaakt op 10 januari 2024 en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/5635
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 januari 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. R.W.B. van Middelaar, verbonden aan Het nieuwe WOZ-bureau)
en
de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant,de heffingsambtenaar

1.Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 28 oktober 2022.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 25 februari 2022 de waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] (de woning) op 1 januari 2021 (de waardepeildatum) vastgesteld op € 185.000. Tegelijk met deze waardevaststelling is aan belanghebbende ook de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Hilvarenbeek voor het jaar 2022 opgelegd (de aanslag OZB).
1.3.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.4.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.5.
De rechtbank heeft het beroep op 29 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: mr. R.W.B. van Middelaar, verbonden aan het nieuwe WOZ-bureau, namens belanghebbende. Namens de heffingsambtenaar zijn verschenen: [naam] en [taxateur] .

2.Overwegingen

2.1.
Ter zitting heeft de gemachtigde van belanghebbende aangegeven dat de beroepsgronden niet meer van toepassing zijn. Belanghebbende is dus niet langer van mening dat de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld. De WOZ-waarde en de aanslag OZB blijven dus gehandhaafd.
2.2.
Partijen zijn overeengekomen dat de heffingsambtenaar de griffierechten ter hoogte van € 49 zal vergoeden aan belanghebbende.

3.Conclusie en gevolgen

3.1.
Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat de WOZ-waarde en de aanslag OZB gehandhaafd blijven. De rechtbank gaat ervan uit dat de griffierechten, conform de onderlinge afspraak, door de heffingsambtenaar worden vergoed aan belanghebbende.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E. de Boer, rechter, in aanwezigheid van R.P.H. Bukkems, griffier, op 10 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.