In deze civiele zaak heeft eiser, een zzp’er, werkzaamheden verricht voor gedaagde, een besloten vennootschap, met betrekking tot het installeren van zonnepanelen. Eiser heeft facturen ter waarde van € 5.880,00 ingediend, maar gedaagde heeft deze facturen onbetaald gelaten, ondanks herhaalde aanmaningen. Eiser vordert betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Gedaagde heeft de verschuldigdheid van de facturen niet betwist, maar beroept zich op verrekening van een vermeende vordering op eiser van € 16.972,67, die zou voortvloeien uit schade en huur van een bus en gereedschap die aan eiser ter beschikking zijn gesteld, evenals kosten voor herstelwerkzaamheden. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, inclusief een mondelinge behandeling, en heeft de feiten vastgesteld. De rechter heeft geoordeeld dat gedaagde de hoofdsom van € 5.880,00 aan eiser moet betalen, omdat gedaagde de openstaande facturen niet heeft betwist. Het beroep van gedaagde op verrekening is verworpen, omdat niet is aangetoond dat er een rechtsverhouding bestaat die een opeisbare vordering rechtvaardigt. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen aan eiser, en de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard.