Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 26 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eisers] ,
- de pleitnota van [gedaagden] .
2.De feiten
primair:
- de camera zodanig te verplaatsen of af te schermen dat de openbare weg tussen de woningen van partijen en het terrein van [eisers] c.q. de bijwoning op het terrein van [eisers] niet wordt gefilmd en/of vastgelegd,
- [gedaagden] te verbieden een andere of nieuwe camera te plaatsen die de openbare weg tussen de woningen van partijen en het terrein van [eisers] met het bijgebouw daarop filmt of vastlegt, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag, met een maximum van € 50.000,00,