ECLI:NL:RBZWB:2024:921

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
10633449 CV EXPL 23-2947 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • K. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke vernietiging van overeenkomst wegens schending informatieverplichtingen door leverancier van stadsverwarming

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert de besloten vennootschap Ennatuurlijk B.V. de ontbinding van de overeenkomst met een consument, hier aangeduid als [gedaagde], en de afsluiting van de meetinstallatie. Ennatuurlijk stelt dat er een betalingsachterstand is ontstaan van € 2.282,57, wat de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt. De gedaagde erkent een achterstand van € 500,00, maar betwist de hoogte van de totale achterstand en voert aan dat zij niet op de hoogte was van de betalingsproblemen. De kantonrechter oordeelt dat Ennatuurlijk niet heeft voldaan aan de informatieverplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek, die bescherming bieden aan consumenten bij overeenkomsten op afstand. De kantonrechter is voornemens om de betalingsverplichting van de overeenkomst voor 50% te vernietigen, en geeft [gedaagde] de gelegenheid om zich uit te laten over deze gedeeltelijke vernietiging. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 10633449 CV EXPL 23-2947
vonnis d.d. 14 februari 2024
inzake
de besloten vennootschap Ennatuurlijk B.V.,
gevestigd te ’s-Hertogenbosch en kantoorhoudende te Eindhoven,
eiseres,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. T.M. ten Velde, advocaat te Tilburg.
Partijen worden hierna aangeduid als “Ennatuurlijk” en “ [gedaagde] ”.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 10 juli 2023 met producties;
b. de conclusie van antwoord van 27 september 2023 met één productie;
c. de conclusie van repliek van 25 oktober 2023 met producties;
d. de conclusie van dupliek van 22 november 2023 met één productie;
e. de akte van Ennatuurlijk van 6 december 2023.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Ennatuurlijk vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de overeenkomst tussen partijen te ontbinden en de aansluiting bij [gedaagde] te mogen verzegelen, alsmede [gedaagde] te veroordelen tot afgifte van de meetinstallatie (met nevenvorderingen). Tot slot vordert Ennatuurlijk [gedaagde] te veroordelen tot betaling van diverse bedragen, te vermeerderen met rente en kosten. Zij stelt dat er een ruime betalingsachterstand is ontstaan in de betaling van de voorschotbedragen, zodat de ontbinding van de overeenkomst en de afsluiting van de meetinstallatie gerechtvaardigd is. Op het verweer van [gedaagde] voert Ennatuurlijk aan dat de wijze waarop de betaling van de vaste lasten van [gedaagde] is geregeld niet wegneemt dat zij de verantwoordelijkheid draagt ervoor zorg te dragen dat tijdig aan Ennatuurlijk wordt betaald. Bovendien is zij meerdere malen door Ennatuurlijk aangeschreven en heeft ook daarop geen actie ondernomen. De ontbinding van de overeenkomst is dus gerechtvaardigd. Voor zover [gedaagde] is aangemeld voor schuldhulpverlening mag Ennatuurlijk niet overgaan tot afsluiting van de meetinstallatie. Zij zal daar dan ook niet toe overgaan voor de duur van de schuldhulpverlening.
2.2
[gedaagde] erkent dat sprake is van een achterstand. Zij erkent het gevorderde bedrag van € 500,00 te moeten voldoen. De betaling van de vaste lasten wordt op voorhand van de uitkering van [gedaagde] ingehouden en gebleken is dat de verhoging van het voorschotbedrag niet op een juiste manier verwerkt is bij de gemeente Tilburg. Zij maakt vervolgens bezwaar tegen ontbinding van de leveringsovereenkomst en afsluiting van de meetinstallatie, nu zij wel maandelijks heeft betaald en er niet mee bekend was dat te weinig werd betaald. Zij kan geen andere warmteleverancier nemen, nu Ennatuurlijk een monopolypositie heeft. Het ernstige gevolg van de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt, mede gelet op de geringe tekortkoming, de ontbinding van de overeenkomst niet. [gedaagde] heeft inmiddels contact opgenomen met de gemeente, zodat de verhoging van het voorschotbedrag wordt verwerkt en zij heeft zich aangemeld voor schuldhulpverlening. Eind 2021 heeft zij zich ook al aangemeld voor schuldhulpverlening, maar dat traject is gestopt, omdat [gedaagde] de eis van schuldhulpverlening dat een bewindvoerder zou worden benoemd niet redelijk vond bij enkel een schuld aan Ennatuurlijk. Zij heeft dus niet stilgezeten.
Achterstand:
2.3
Ennatuurlijk stelt dat sprake is van een achterstand van € 2.282,57. [gedaagde] erkent dat er een achterstand is, maar betwist bij dupliek de hoogte van de achterstand. Zij heeft echter niet toegelicht waarom dit bedrag niet juist zou zijn, zodat de kantonrechter aan dit verweer voorbij gaat. Het bedrag van € 2.282,57 aan achterstand is dan ook vast komen te staan.
2.4
Van belang is vervolgens dat de vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de essentiële wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen van de artikelen 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, o en p en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze verplichtingen is voldaan, dient gemotiveerd te worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als daar geen verweer op is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.5
Ennatuurlijk heeft in de dagvaarding gesteld dat de verhuurder van [gedaagde] haar heeft aangemeld als nieuwe huurder en Ennatuurlijk haar vervolgens een welkomstbrief heeft toegestuurd. Hiermee is volgens Ennatuurlijk de in artikel 6:230m lid 1 BW bedoelde informatie aan [gedaagde] verstrekt. Voor het geval dat wordt beslist dat niet is voldaan aan de verplichtingen, refereert Ennatuurlijk zich aan de sancties als vastgelegd in de ‘Richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten’. Naar mening van Ennatuurlijk wordt [gedaagde] als consument echter voldoende beschermd door andere wetgeving op nationaal niveau (waaronder de Warmtewet, het daarop gebaseerde Tarievenbesluit en de Warmteregeling), zodat er geen grond is om daarnaast nog ambtshalve te toetsen of is voldaan aan de (pre)contractuele informatieverplichtingen. Bovendien is [gedaagde] niet geschaad in haar belang, nu zij vrijwillig levering heeft afgenomen.
2.6
De kantonrechter volgt Ennatuurlijk niet in haar laatste stellingen. Hoewel er op het woonadres van [gedaagde] geen andere leverancier van warmte en/of koude en warm tapwater is, bestond er voor [gedaagde] immers de mogelijkheid om geen overeenkomst tot levering af te sluiten en de woning niet of op andere wijze te verwarmen. Ennatuurlijk moest dus voldoen aan de informatieverplichtingen als genoemd in de artikelen 6:230m BW en 6:230v BW.
2.7
Ennatuurlijk heeft haar stelling dat zij heeft voldaan aan de precontractuele informatieverplichtingen van artikel 6:230m lid 1 en 6:230v BW niet onderbouwd. Immers, uit de door haar overgelegde welkomstbrief volgt dat deze aan [gedaagde] is toegestuurd, nadat de levering al was gestart. Niet is gebleken dat er contact is geweest tussen Ennatuurlijk en [gedaagde] voorafgaande op de levering en niet is gebleken dat [gedaagde] door een derde (bijvoorbeeld de verhuurder) op de hoogte is gesteld van die informatie. Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Hoge Raad moet de kantonrechter aan een schending van de informatieverplichtingen gevolgen verbinden door passende maatregelen te nemen die de consument effectieve rechtsbescherming bieden. De kantonrechter is van oordeel dat het passend is de betalingsverplichting van de overeenkomst voor 50% te vernietigen, zodat zij voornemens is de overeenkomst met dit percentage te vernietigen.
2.8
Gelet op wat door de Hoge Raad is overwogen in voornoemd arrest onder 3.1.18 dient [gedaagde] in de gelegenheid te worden gesteld aan te geven of zij zich verzet tegen de gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst. De kantonrechter zal haar in de gelegenheid stellen zich over de vernietiging uit te laten.
2.9
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de terechtzitting van
[datum] te [uur], voor het nemen van een akte na tussenvonnis door [gedaagde] zoals bedoeld in overweging sub 2.8;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024.