Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het stilstaan op een trottoir, voetpad, fietspad of ruiterpad op het Piusplein in Tilburg op 11 augustus 2023. Betrokkene, die werkzaam is in de schoonmaakbranche, stelde dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden waaronder de gedraging had plaatsgevonden. Betrokkene had gecontroleerd op de website van de Gemeente Tilburg en was zich niet bewust van de fout. Tijdens de zitting werd aangevoerd dat betrokkene van 's morgens 4 uur tot 's avonds 11 uur werkt en geen tijd heeft om parkeerzaken te regelen. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedraging wel degelijk had plaatsgevonden, maar dat er aanleiding was om de boete te matigen. De kantonrechter stelde de zekerheidstelling op nihil en verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond, waarbij de boete werd gematigd tot nihil. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd en het teveel betaalde bedrag aan zekerheid moest door de officier van justitie worden terugbetaald.