Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 16 km per uur harder dan toegestaan op de N65 Bosscheweg, buiten de bebouwde kom. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, Meerts Belastingadvies en Rechtsbijstand B.V., had een beroepschrift ingediend.
De gemachtigde voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat het verkeersbord dat de maximumsnelheid aangaf niet zichtbaar was. De officier van justitie stelde echter dat de verkeersregel niet met een bord aangeduid hoeft te worden en dat de maximale snelheid buiten de bebouwde kom 80 km/h is. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de vaststelling van de gedraging. De kantonrechter vond de opgegeven rijroute ongeloofwaardig, omdat deze verwees naar een niet-bestaande hectometerpaal.
Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van de verklaring van de verbalisant in zaken op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en de noodzaak voor betrokkene om specifieke feiten aan te voeren die de verklaring zouden kunnen betwijfelen.