Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
feit 2: medeplegen van het in bezit hebben van een pistool;
feit 3: medeplegen van het in bezit hebben van achttien kogelpatronen.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Gelet op het feit dat verdachte de vuurwapens en munitie onder de bodemplaat in de kofferbak heeft geplaatst van de auto waarin zij reed, kon zij hierover beschikken.
sub 3van de Wet Wapens en Munitie, maar uit de omschrijving (“Dit machinepistool is geschikt om projectielen (semi)automatisch door een loop te verschieten.”) blijkt dat dit overeenkomt met de wettelijke omschrijving van artikel 2, lid 1, categorie II,
sub 2van de Wet Wapens en Munitie.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een gevangenisstraf van 23 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden: