Uitspraak
1.Inleiding
2.Feiten
3.Beoordeling door de rechtbank
geenaanleiding om de schending van artikel 40, tweede lid, van de Wet WOZ te passeren met toepassing van artikel 6:22 van de Awb. Het dossier en de stellingen van partijen bieden geen aanknopingspunten dat de uitkomst hetzelfde zou zijn geweest mét de gevraagde stukken. Daarom moet worden aangenomen dat belanghebbende is benadeeld. Het beroep is in zoverre gegrond. Of en in hoeverre de heffingsambtenaar daarmee de door hem verdedigde waarde aannemelijk heeft gemaakt, komt in het onderstaande aan de orde.
4.Conclusie en gevolgen
5.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van de vernietigde uitspraak in stand blijven;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 1.814 aan proceskosten aan belanghebbende.