ECLI:NL:RBZWB:2025:1318

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 maart 2025
Publicatiedatum
7 maart 2025
Zaaknummer
11327641 CV EXPL 24-4883 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor energieafname zonder contract

In deze civiele zaak vordert Enexis Netbeheer B.V. van de gedaagde partij een schadevergoeding voor energie die is afgenomen zonder dat er een geldige overeenkomst met een energieleverancier bestond. De gedaagde, die in een onverwachte situatie terechtkwam door het vertrek van haar ex-partner, heeft weliswaar geprobeerd om een nieuwe overeenkomst af te sluiten, maar dit was pas na de beëindiging van de eerdere overeenkomst met Budget Energie. De kantonrechter heeft de vordering van Enexis grotendeels toegewezen, waarbij de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 221,36, inclusief wettelijke rente. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde aansprakelijk was voor de kosten van de energielevering, aangezien er geen overeenkomst was die de levering dekte in de periode van 3 juli 2023 tot 1 augustus 2023. De gedaagde had de hoogte van de factuur niet voldoende gemotiveerd weersproken, waardoor de vordering tot schadevergoeding werd toegewezen. Daarnaast werd de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die in totaal € 323,54 bedroegen. Het vonnis is uitgesproken op 5 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11327641 \ CV EXPL 24-4883
Vonnis van 5 maart 2025
in de zaak van
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
te 's-Hertogenbosch,
eisende partij,
hierna te noemen: Enexis,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

1.1.
In deze zaak gaat het om het volgende. Enexis vordert van [gedaagde] een bedrag aan schade die zij heeft geleden over de periode waarin [gedaagde] wel energie heeft afgenomen, maar [gedaagde] geen overeenkomst had met een energieleverancier. [gedaagde] zegt dat zij in een onverwachte situatie terecht is gekomen en dat zij er alles aan heeft gedaan om zo snel mogelijk een nieuwe energieovereenkomst af te sluiten.
1.2.
De kantonrechter wijst de vordering van Enexis grotendeels toe. Hieronder legt de kantonrechter dit oordeel uit.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 20 september 2024 met producties;
- het extract audiëntieblad van de rolzitting van 2 oktober 2024, waaruit de conclusie van antwoord blijkt;
- de aanvullende conclusie van antwoord van 16 oktober 2024 met producties;
- de akte van Enexis van 30 oktober 2024 met 1 productie;
- de antwoordakte van [gedaagde] van 13 november 2024.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
3. De feiten
3.1.
Enexis heeft bij factuur van 10 november 2023 een bedrag van € 212,31 aan [gedaagde] in rekening gebracht voor het verbruik op het [adres] (hierna: het verbruiksadres) over de periode van 3 juli 2023 tot 1 augustus 2023.
3.2.
Er is tot 3 juli 2023 op het verbruiksadres energie geleverd op grond van een overeenkomst met Budget Energie. Op 3 juli 2023 is deze overeenkomst beëindigd.
[gedaagde] heeft op 7 juli 2023 met Budget Energie ten behoeve van het verbruiksadres een nieuwe overeenkomst gesloten. Deze overeenkomst is per 1 augustus 2023 ingegaan.
3.3.
Enexis heeft [gedaagde] bij brieven van 28 november 2023, 20 december 2023 en 8 juli 2024 tot betaling van de factuur (en bij de brief van 8 juli vermeerderd met rente en kosten) gesommeerd.

4.Het geschil

4.1.
Enexis vordert -samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 261,36, vermeerderd met rente en kosten.
4.2.
Enexis legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Enexis heeft bij factuur van 10 november 2023 aan [gedaagde] de schade (€ 212,31) in rekening gebracht over de periode waarin zij wel energie had afgenomen, maar geen overeenkomst had met een energieleverancier. [gedaagde] is, ondanks betalingsherinneringen en sommaties, nalatig gebleven de aan haar in rekening gebrachte factuur te voldoen.
De buitengerechtelijke incassokosten van € 40,- worden gevorderd op grond van artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek (BW) en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
De wettelijke rente -tot 20 september 2024 berekend op een bedrag van € 9,05- wordt gevorderd op grond van het bepaalde in artikel 6:119 BW.
4.3.
[gedaagde] voert in haar verweer -samengevat- aan dat zij na het onverwachte vertrek van haar ex uit de woning aan [adres] zo snel mogelijk een nieuwe overeenkomst met Budget Energie heeft gesloten en dat haar in die zin niets te verwijten valt.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Kosten van energielevering en (netwerk)kosten
5.1.
Hoewel de kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] gelet op het plotselinge vertrek van haar ex uit de woning zelf een nieuw contract met een energieleverancier moest afsluiten
en zij ook alles in werking heeft gezet om zo snel mogelijk een nieuwe overeenkomt af te sluiten is de gevorderde factuur van Enexis wel toewijsbaar. De kantonrechter licht dit als volgt toe.
5.2.
Op de door [gedaagde] overgelegde energieovereenkomst die zij op 7 juli 2023 met Budget Energie heeft gesloten staat met betrekking tot het ingangsmoment en de looptijd van de overeenkomst het volgende vermeld: “
Deze overeenkomst geldt vanaf vandaag. De startdatum van de levering op [adres] is 01-08-2023. U kunt de startdatum alleen wijzigen binnen de wettelijke bedenktijd. (..)”.
5.3.
Vaststaat dat [gedaagde] de op de overeenkomt genoemde ingangsdatum (01-08-2023) van de levering van energie niet heeft gewijzigd. Dit betekent dat er in de periode van 3 juli 2023 tot 1 augustus 2023 energie op het verbruiksadres is geleverd zonder dat hieraan een overeenkomst ten grondslag lag. Voor deze energielevering en (netwerk)kosten dient wel betaald te worden. Dit is het bedrag aan schadevergoeding dat Enexis bij factuur van 10 november 2023 (€ 212,31) aan [gedaagde] in rekening heeft gebracht. [gedaagde] was op dat moment nog de eigenaar van de woning aan [adres] , zodat zij ook voor de hiervoor genoemde schade aansprakelijk is. [gedaagde] heeft de hoogte van de factuur niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken. Op de factuur is ook uitgelegd waarom [gedaagde] de energie- en (netwerk)kosten aan Enexis verschuldigd is. [gedaagde] heeft de factuur niet aan Enexis betaald. Het vorenstaande brengt met zich dat [gedaagde] de gevorderde schadevergoeding van € 212,31 moet betalen. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal dan ook worden toegewezen.
Ook de wettelijke rente zal als onweersproken en op de wet gegrond worden toegewezen. Dit betekent dat ter zake hoofdsom en vervallen wettelijke rente een totaalbedrag van
€ 221,36 (€ 212,31 + € 9,05) toewijsbaar is.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.4.
Enexis maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu Enexis niet, althans onvoldoende heeft gesteld op welke datum de aanmaning in de zin van artikel 6:96 lid 6 BW door [gedaagde] is ontvangen, dan wel op welke datum Enexis deze aanmaning aan [gedaagde] heeft verzonden. In dit verband wordt verwezen naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
Proceskosten
5.5.
[gedaagde] is tevens de proceskosten (inclusief nakosten) aan Enexis verschuldigd. [gedaagde] stelt in haar antwoordakte dat zij nu een heel hoog bedrag aan Enexis moet betalen. Dit komt omdat [gedaagde] de factuur niet eerder aan Enexis heeft voldaan en (de gemachtigde van) Enexis nu extra kosten moest maken. Uit de antwoordakte van [gedaagde] blijkt dat zij eerder een brief van (de gemachtigde van) Enexis heeft ontvangen. De kantonrechter vermoedt dat [gedaagde] hiermee doelt op de bij dagvaarding overgelegde brief van 8 juli 2024. In deze brief kondigt de gemachtigde van Enexis aan dat zij bij niet tijdige betaling een rechtszaak zal starten en dat de kosten daarvan hoog zullen zijn. [gedaagde] was er dan ook mee bekend dat zij bij niet tijdige betaling een hoger bedrag aan Enexis moest betalen.
5.6.
De proceskosten van Enexis worden -rekening houdend met het toe te wijzen bedrag van € 221,36- begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
60,00
(1,5 punten × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
323,54

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Enexis te betalen een bedrag van € 221,36, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 212,31, met ingang van 20 september 2024, tot de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 323,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2025.