ECLI:NL:RBZWB:2025:132
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen [belanghebbende] B.V. en de inspecteur van de belastingdienst. Het beroep van belanghebbende betreft de betaalde motorrijtuigenbelasting over de periode van 11 november 2023 tot en met 10 februari 2024. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin staat dat degene die beroep instelt, griffierecht moet betalen. In deze zaak was het griffierecht vastgesteld op € 371,-. De griffier had belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar belanghebbende heeft dit niet tijdig gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verontschuldigbare redenen zijn voor het niet betalen van het griffierecht. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en bleef het bestreden besluit in stand. De rechtbank heeft besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.