Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 januari 2025 in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.
Inleiding
[adres] in [plaats].
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/3252, waarin belanghebbende beroep heeft ingesteld tegen de WOZ-beschikking 2023 van de gemeente Tilburg. Het beroep is ingediend tegen de bestreden uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 11 maart 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 51,- niet is betaald. De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, aangezien belanghebbende geen goede reden heeft opgegeven voor het verzuim. De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de termijn waarbinnen dit moest gebeuren. Ondanks deze waarschuwingen heeft belanghebbende het griffierecht niet op tijd voldaan. De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, wat betekent dat de inhoudelijke beoordeling van het beroep niet plaatsvindt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.