ECLI:NL:RBZWB:2025:136
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/3428, waarin belanghebbende in beroep ging tegen een uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. Het beroep was gericht tegen een boete die was opgelegd bij een naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak van 1 oktober 2023 tot en met 31 december 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet was betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In deze zaak bedroeg het griffierecht € 371,-. De griffier had belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en had een termijn gesteld waarbinnen dit moest gebeuren. Ondanks deze waarschuwingen heeft belanghebbende het griffierecht niet tijdig voldaan en geen verontschuldigingen aangedragen voor dit verzuim. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de inhoudelijke beoordeling van het beroep niet plaatsvond en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.