ECLI:NL:RBZWB:2025:1711
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening sluiting woning op basis van de Opiumwet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 maart 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die tegen het besluit van de burgemeester van Steenbergen is ingediend, behandeld. De burgemeester had op 20 januari 2025 besloten om de woning van verzoeker te sluiten voor de duur van drie maanden op basis van artikel 13b van de Opiumwet, na een melding van de politie dat er verdovende middelen in de woning aanwezig waren. Verzoeker, die alleen in de woning woont en twee minderjarige kinderen heeft die niet bij hem wonen, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om opschorting van de sluiting. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 11 maart 2025, waarbij de gemachtigde van verzoeker en de burgemeester aanwezig waren. De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat de sluiting noodzakelijk is ter bescherming van de openbare orde, gezien de aangetroffen hoeveelheid harddrugs en de omstandigheden van de zaak. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, en de sluiting van de woning kan worden uitgevoerd zoals aangekondigd.