ECLI:NL:RBZWB:2025:1723
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hersteluitspraak inzake kennelijke schrijffout in eerdere uitspraak bestuursrecht
Op 7 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een inwoner van [plaats], en de minister van Financiën, onder zaaknummer BRE 24/7891. Deze uitspraak volgde op een eerdere uitspraak van 30 januari 2025, waarin een kennelijke schrijffout was gemaakt. Eiser had op 11 februari 2025 een e-mail naar de rechtbank gestuurd, waarin hij aangaf dat in rechtsoverweging 4.2. en het dictum van de uitspraak een fout was gemaakt. De datum van 17 februari 2024 moest in werkelijkheid 17 februari 2025 zijn. De rechtbank bevestigde dat er sprake was van een kennelijke verschrijving en besloot de eerdere uitspraak te herstellen.
In de beslissing van de rechtbank werd de datum 17 februari 2024 in zowel rechtsoverweging 4.2. als het dictum vervangen door de correcte datum 17 februari 2025. Voor het overige bleef de eerdere uitspraak ongewijzigd. Deze hersteluitspraak werd gedaan door rechter A.G.J.M. de Weert, in aanwezigheid van griffier M.R. Jouvenaar, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. De griffier was niet in de gelegenheid om de uitspraak mede te ondertekenen. De uitspraak is geanonimiseerd gepubliceerd en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.