ECLI:NL:RBZWB:2025:207
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan ingebrekestelling in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025, wordt de niet-ontvankelijkheid van de beroepen van belanghebbende B.V. beoordeeld. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de betalingen op aangiften BPM van vier auto’s, maar de rechtbank oordeelt dat er geen ingebrekestelling is verzonden voor het bezwaarschrift. Dit is een vereiste volgens artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voordat beroep kan worden ingesteld. De rechtbank constateert dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de inspecteur in gebreke is gesteld, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De rechtbank wijst ook het verzoek om een vergoeding van immateriële schade af, omdat de redelijke termijn in beroep niet is overschreden. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van een ingebrekestelling om ontvankelijkheid van beroep te waarborgen. De beslissing is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.