ECLI:NL:RBZWB:2025:208
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens prematuur ingediende ingebrekestelling in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Alphen-Chaam beoordeeld. De belanghebbende had op 24 juli 2023 bezwaar gemaakt tegen de aanslag afvalstoffenheffing, maar stelde de heffingsambtenaar pas op 18 september 2023 in gebreke. De rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn voor de heffingsambtenaar nog niet was verstreken. De rechtbank legt uit dat een ingebrekestelling moet voldoen aan bepaalde eisen, waaronder dat het duidelijk moet zijn op welke aanvraag het betrekking heeft en dat de belanghebbende aandringt op een beslissing. De e-mail van de belanghebbende van 15 februari 2024 voldeed niet aan deze eisen en kon daarom niet als ingebrekestelling worden aangemerkt. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, wat betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen en het verzoek om een dwangsom niet kan beoordelen. De rechtbank benadrukt dat de heffingsambtenaar wel verplicht is om een beslissing op het bezwaar te nemen, ondanks de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.