ECLI:NL:RBZWB:2025:220
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verzuimboete vennootschapsbelasting niet-ontvankelijk verklaard na tegemoetkoming door inspecteur
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de verzuimboete bij de aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2020 behandeld. De belanghebbende, gevestigd in Tsjechië, had beroep aangetekend tegen de beslissing van de inspecteur van de belastingdienst, die op 11 maart 2023 een verzuimboete had opgelegd. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de inspecteur na het indienen van het beroep heeft aangegeven dat de verzuimboete ambtshalve zal worden vernietigd. Dit betekent dat de inspecteur volledig tegemoet is gekomen aan de klachten van de belanghebbende, waardoor er geen procesbelang meer is. De rechtbank maakt gebruik van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) om zonder zitting uitspraak te doen.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en legt de inspecteur de verplichting op om de proceskosten van de belanghebbende te vergoeden, vastgesteld op € 1.554. Dit bedrag is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Daarnaast dient de inspecteur het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 365 te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, dat binnen zes weken na verzending kan worden ingediend.