ECLI:NL:RBZWB:2025:225

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 januari 2025
Publicatiedatum
17 januari 2025
Zaaknummer
C/02/430167 / FA RK 24-6043
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Willemsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek zorgmachtiging wegens ontoereikende medische verklaring en gebrek aan persoonlijk onderzoek

Op 9 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om zorgmachtiging. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 24 december 2024, ingediend door de officier van justitie voor een betrokkene, geboren in 1978. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn de advocaat van de betrokkene, mr. H.M.Th. de Pont, en twee deskundigen gehoord. De betrokkene was niet bereid om met de rechter te praten en zijn advocaat betoogde dat de medische verklaring waarop het verzoek was gebaseerd, niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De psychiater had betrokkene niet persoonlijk onderzocht, wat volgens de advocaat een fundamenteel gebrek was in de procedure.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische verklaring niet voldeed aan de eisen, omdat de psychiater onvoldoende inspanningen had geleverd om de betrokkene fysiek te onderzoeken. De rechtbank oordeelde dat de onderzoeker de betrokkene persoonlijk moest onderzoeken en dat dit alleen anders kon zijn als dat redelijkerwijs niet mogelijk was. Aangezien de psychiater niet kon aantonen dat zij een BIG-geregistreerde psychiater was, en er geen bewijs was dat het onmogelijk was om de betrokkene te onderzoeken, heeft de rechtbank het verzoek om zorgmachtiging afgewezen. De beslissing werd mondeling gegeven en op schrift gesteld op 17 januari 2025, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/430167 / FA RK 24-6043
Datum uitspraak: 9 januari 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1978 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. H.M.Th. de Pont te Tilburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 24 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 9 januari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • de advocaat van betrokkene, mr. H.M.Th. de Pont;
  • mevrouw [naam 1] , psychiater;
  • de heer [naam 2] , casemanager.
1.3.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was met de rechter te praten. Volgens zijn advocaat is betrokkene van mening dat het onderzoek waarop de medische verklaring is gebaseerd niet aan de wettelijke vereisten voldoet, omdat betrokkene niet fysiek is onderzocht.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een machtiging verleend tot en met 26 januari 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
De advocaat van betrokkene bepleit dat er geen geldige medische verklaring ten grondslag ligt aan het verzoek. De psychiater heeft blijkens de medische verklaring onvoldoende inspanningen geleverd om betrokkene in persoon te onderzoeken. Er is een discussie geweest over de identiteit van de onderzoeker bij aanvang van het gesprek. Betrokkene verzocht de psychiater om een bewijs van registratie/legitimatie. De psychiater kon niet bewijzen dat zij een big geregistreerde psychiater was. Betrokkene is hierna weggelopen. Vervolgens heeft de psychiater een verklaring opgesteld op basis van stukken uit het dossier Onvoldoende blijkt uit het dossier dat het onmogelijk was om betrokkene fysiek te onderzoeken. De medische verklaring is gedateerd op 12 december 202, daarna was er nog voldoende tijd geweest om een nieuwe poging te doen om betrokkene te onderzoeken.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank wijst de gevraagde machtiging af. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
De opgestelde medische verklaring voldoet niet aan de wettelijke vereisten, nu betrokkene niet in persoon is onderzocht. De onderzoeker dient betrokkene persoonlijk te onderzoeken, en moet hem dus in diens fysieke aanwezigheid spreken en observeren. [1] Dit is slechts anders indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is. De onderzoeker heeft naar mening van de rechtbank onvoldoende inspanningen geleverd, althans dit onvoldoende verantwoord.
5.2.
Gelet op het voorgaande kan er geen zorgmachtiging worden toegewezen, nu niet is voldaan aan de wettelijke vereisten die gelden voor de medische verklaring. [2]

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 januari 2025 door mr. Willemsen, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 17 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Voetnoten

1.25 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1509, r.o. 3.1.3-3.1.4.
2.25 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1546, r.o. 3.1.2.