ECLI:NL:RBZWB:2025:2335
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in belastingzaak tussen GmbH en heffingsambtenaar gemeente Goes
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 april 2025, wordt het verzoek van belanghebbende, een GmbH uit Duitsland, om een veroordeling van de heffingsambtenaar van de gemeente Goes in de proceskosten beoordeeld. Het verzoek volgde op de intrekking van het beroep tegen een besluit van de heffingsambtenaar, waarbij een naheffingsaanslag parkeerbelasting op 31 januari 2024 was vernietigd. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af.
De rechtbank overweegt dat, wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift tegemoet is gekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft de heffingsambtenaar de naheffingsaanslag vernietigd, wat betekent dat er tegemoetgekomen is aan het beroep van de belanghebbende. Echter, de rechtbank constateert dat belanghebbende geen proceskosten heeft opgegeven op het ingediende proceskostenformulier en dat er geen sprake is van professionele rechtsbijstand. Hierdoor zijn er geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.
De rechtbank wijst er wel op dat de heffingsambtenaar verplicht is het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 365,- te vergoeden. Belanghebbende moet zich hiervoor wenden tot de heffingsambtenaar. De uitspraak wordt openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.