In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 oktober 2023, waarbij een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) van € 4.538 is opgelegd. De rechtbank heeft het beroep op 12 maart 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en twee inspecteurs aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag terecht heeft opgelegd en dat het beroep ongegrond is. De rechtbank stelt de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat vast op € 102.985 en de historische nieuwprijs op € 165.146, op basis van de koerslijst van AutotelexPro. Belanghebbende heeft ook een verzoek ingediend voor immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat door de rechtbank wordt toegewezen. De rechtbank kent een schadevergoeding van € 500 toe aan belanghebbende en een vergoeding van proceskosten van € 226,75. De naheffingsaanslag blijft in stand, maar de inspecteur moet de schadevergoeding en proceskosten vergoeden.