ECLI:NL:RBZWB:2025:242
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2022 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden voldaan. De griffier heeft de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar ondanks deze waarschuwingen heeft de belanghebbende geen betaling verricht.
De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen kan worden verontschuldigd als er een goede reden voor is. In dit geval heeft de belanghebbende geen enkele reden opgegeven voor het verzuim om het griffierecht te betalen. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen is en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit van de inspecteur in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.