ECLI:NL:RBZWB:2025:246
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden voldaan. De griffier heeft de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar de belanghebbende heeft geen tijdige betaling verricht en ook geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven.
De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen kan leiden tot ontvankelijkheid van het beroep als er een goede reden is voor het verzuim. In dit geval is er geen verontschuldiging gebleken, waardoor de rechtbank geen andere keuze heeft dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit van de heffingsambtenaar in stand blijft. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.