Uitspraak
1.De stukken
2.De procesgang
3.Het verlengingsadvies van de Dienst Justitiële Inrichtingen
4.Het standpunt van de officier van justitie
ECLI:GHARL:2023:5247)acht de officier van justitie zich ontvankelijk in de vordering tot verlenging van de tbs ondanks dat deze een aantal dagen te laat is ingediend. Verder blijft hij bij de vordering om de tbs met één jaar te verlengen. Hij kan zich vinden in het verzoek van de verdediging om bij de volgende verlengingszitting een rapportage over betrokkene te laten opstellen, maar is van oordeel dat een enkelvoudige Pro Justitia-rapportage door een psychiater daartoe volstaat.
5.Het standpunt van de verdediging
ECLI:NL:RBROT:2025:826). Betrokkene krijgt hiermee dan hopelijk volgend jaar een voortvarende start binnen [kliniek] .
6.Het oordeel van de rechtbank
ECLI:GHARL:2023:5247). Zo is de vordering slechts enkele dagen te laat ingediend. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval sprake is van indiening binnen een redelijke termijn. Daarnaast acht de rechtbank bijzondere omstandigheden aanwezig – zoals hierna nader uiteengezet – die maken dat, ondanks het belang van betrokkene, de verlenging van de maatregel noodzakelijk is in het belang van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen.
7.De beslissing
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met één jaar;