ECLI:NL:RBZWB:2025:2580
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 29 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, woonachtig in [plaats], en de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 16 mei 2024, waarin zijn bezwaar tegen het opleggen van een cursus over drugs en verkeer ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 187,- niet tijdig heeft betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in de gelegenheid is gesteld om het griffierecht te betalen, zowel per gewone als per aangetekende brief, maar dat hij dit niet heeft gedaan. Eiser heeft bovendien geen verontschuldigingen aangedragen voor het niet tijdig betalen van het griffierecht. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en bleef het bestreden besluit in stand. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.