10.De beslissing
-
spreekt verdachte vrijvan het onder parketnummer 02-210367-23 tenlastegelegde feit 4;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
02-066324-23
feit 1: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
feit 3: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
02-322551-22
feit 1: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
02-210367-23
feit 1: poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden gemakkelijk te maken;
feit 2: poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 3: opzetheling;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 120 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie;
- veroordeelt verdachte voorts tot
een jeugddetentie van 365 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
* zich niet onttrekt aan behandeling bij [ggz-instelling] of soortgelijke hulpverleningsorganisatie;
* zich niet onttrekt aan wonen en begeleiding bij [stichting] of soortgelijke hulpverleningsorganisatie ook als dit beschermd wonen zal inhouden, zolang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
* zich niet onttrekt aan andere vormen van hulpverlening die naar oordeel van de jeugdreclassering noodzakelijk worden geacht;
* zich actief inzet voor een volwaardige dagbesteding in de vorm van school/werk/ alternatieve dagbesteding;
* inzicht geeft in sociale contacten wanneer de jeugdreclassering dit nodig acht;
- draagt de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Brabant, locatie [woonplaats] , op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
Van rechtswege geldende voorwaarden daarbij zijn:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- gelast de teruggave aan de rechtmatige eigenaar, te weten de bank/financiële instelling, van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
* een bankpas (Omschrijving: G_749256, Rabobank pas Nivillac);
* een bankpas (Omschrijving: G_749259, Rabo Wereldpas Bouichi);
- gelast de teruggave aan D. van Helfteren van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
* een collegekaart (omschrijving: G_749261, entree [college 1] )
* een collegekaart (omschrijving: G_749260, [college 2] )
- gelast de teruggave aan verdachte van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
* een mobiele telefoon (omschrijving: G2567646, Zwart, merk: Apple)
- gelast de teruggave aan de rechtmatige eigenaar van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
* een mobiele telefoon (Omschrijving: PL2000-ZB4R022099_749248, zwart, merk: Apple)
- gelast de teruggave aan [aangever 5] van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
* een jas (omschrijving: G2568615, Grijs, merk: Parajumpers S);
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
* een trainingsjas (omschrijving: G_749337, blauw, merk: North Face)
* een jas (omschrijving: G_749257, zwarte "bomber" jas met rood tekentje van Ralph Lauren, zwart, merk: Ralph Lauren)
Benadeelde partijen
02-066324-23, feit 1
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 1] van € 240,45 (zegge: tweehonderdenveertig euro en vijfenveertig cent) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 november 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 1] (feit 1), € 240,45 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 november 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 3] van € 210,-- (zegge: tweehonderdentien euro) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 december 2022 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 3] (feit 3), € 210,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 december 2022 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 4] van € 150,-- (zegge: éénhonderdenvijftig euro) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering ten aanzien van de jas (te weten € 17,25) niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 4] (feit 1), € 150,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige gedeelte van de vordering
(€ 220,--) af;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 5] van € 500,-- (zegge: vijfhonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 5] (feit 2), € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 6] van € 1.000,-- (zegge: éénduizend euro), waarvan € 500,-- (zegge: vijfhonderd euro) aan materiële schade en
€ 500,-- (zegge: vijfhonderd euro) aan immateriële schade. vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 6] (feit 2), € 1.000,-- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 7] van € 2.505,41 (zegge: tweeduizendvijfhonderdenvijf euro en éénenveertig cent), waarvan € 5,41 (zegge: vijf euro en éénenveertig cent) aan materiële schade en € 2.500,-- (zegge: tweeduizendenvijfhonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2023 tot aan de dag der voldoening.
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 7] (feit 1), € 2.505,41 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2023 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 9] van € 4.000,--(zegge: vierduizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 9] (feit 2), € 4.000,-- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 8] van € 4.000,-- (zegge: vierduizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
27 juli 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 8] (feit 2), € 4.000,-- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 10] af;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Toekoen, voorzitter, mr. E.J. Govaers en mr. M. Pellikaan, allen kinderrechters, in tegenwoordigheid van I.H.E. van Diepen en R. Rozendaal, griffiers, en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 april 2025.
Mr. Pellikaan en mr. Govaers en griffier Rozendaal zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.