3.5.In juni 2011 heeft de inspecteur belanghebbende om informatie verzocht. In zijn brief staat, voor zover thans van belang, het volgende:
“
Ik verzoek u antwoord te geven op de volgende vragen:
1 [belanghebbende] heeft sinds 1 januari 2005 een achttal auto’s aangekocht. Op dit moment heeft zij nog drie auto’s op naam staan, met kentekens [kenteken 1] , [kenteken 2] en [kenteken 3] . Ik verzoek u ten aanzien van elk van deze auto’s de aankoopnota en betalingsbewijzen te overleggen en aan te geven hoe zij de aankoop van deze auto’s heeft gefinancierd.
De Mercedes met kenteken [kenteken 1] is aangekocht voor een bedrag van € 14.912 inclusief BPM. Dit bedrag zou grotendeels zijn betaald uit een uitkering van de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma ad. € 12.000. Ik verzoek u mij bewijsmiddelen toe te zenden van deze uitkering. Verder verzoek ik u aan te geven hoe het resterende bedrag van circa € 3.000 is gefinancierd.
De Mercedes met kenteken [kenteken 2] is volgens uw verklaring aangekocht voor een bedrag van € 69.000 inclusief BPM. Deze aankoop zou zijn gefinancierd met een renteloze lening van [organisatie] SEK 700.000. Omgerekend komt dit neer op een lening van circa € 74.000. Deze lening zou zijn verstrekt op 5 augustus 2004, terwijl de auto pas is gekocht op 22 juni 2007. Desondanks kom ik het bedrag van € 74.000 niet tegen op de door u verstrekte bankafschriften. Ik verzoek u aan te geven wat [belanghebbende] in tussentijd met het geld heeft gedaan.
Kunt u aangeven op welke wijze [belanghebbende] de lening van SEK 700.000 op enig moment denkt af te kunnen lossen?
2 Hoeveel geld kosten de hiervoor genoemde auto’s [belanghebbende] jaarlijks, bijvoorbeeld aan brandstof, verzekeringen, onderhoud en dergelijke? Ik verzoek u mij betalingsbewijzen toe te sturen van de verzekeringspremies en eventuele onderhoudskosten.
U verwijst uitsluitend naar de verzekeringspremie van de beide auto’s ad € 1.275 per jaar. Ik verzoek u voor de beide auto’s aan te geven wat de kosten zijn van brandstof, onderhoud, wegenbelasting en dergelijke. Ik verzoek u mij hiervan betalingsbewijzen toe te zenden.
3 Op 1 januari 2007 bedraagt het banksaldo van [belanghebbende] nihil. Op 1 januari 2008 bedraagt haar banksaldo € 9.526 en op 1 januari 2009 bedraagt haar banksaldo € 10.514. Ik verzoek u aan te geven hoe [belanghebbende] deze gelden heeft verkregen.
U geeft aan dat de echtgenoot van [belanghebbende] gelden zou storten op de bankrekening van [belanghebbende] . In de door u overgelegde bankafschriften kom ik geen overboekingen uit Zweden tegen. Ik verzoek u daarom bewijs te overleggen van deze stelling. Daarnaast verzoek ik u aan te geven hoe de inkomenspositie van [naam] in de periode 2005-2010 is.
4 [belanghebbende] heeft een minderjarig kind. Ik verzoek u aan te geven hoe zij in het levensonderhoud van haar kind voorziet.
U geeft aan dat door de gehele familie [familienaam] in het levensonderhoud van het kind van [belanghebbende] wordt voorzien. Ik neem aan dat dit betekent dat [belanghebbende] op haar beurt bijdraagt in de kosten van levensonderhoud van andere leden van de familie [familienaam] . Ik verzoek u aan te geven of dit correct is.
Ik verzoek u aan te geven (eventueel middels een schatting) hoeveel [belanghebbende] per maand of per jaar uitgeeft aan kosten voor levensonderhoud van haar eigen kind en andere kinderen binnen de familie (denk bijvoorbeeld aan eten en drinken, kleding, schoeisel, onderwijs, cadeautjes en dergelijke).
Aanvullende vragen
5 Bankafschriften [belanghebbende]
Uit de overgelegde bankafschriften van rekeningnummer [nummer] maak ik op dat [belanghebbende] met grote regelmaat contante stortingen ontvangt op haar bankrekening. Het betreft de volgende bedragen:
2005 € 3.570,60
2006 € 3.166,50
2007 € 13.542,75
2008 € 2.500
2009 € 318,50
2010 -
Totaal € 23.098,35
Ik verzoek u de herkomst van deze contante stortingen te verklaren.”