Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[opdrachtgever 1] ,
voorafgaandaan de renovatie onderzoek moeten (laten) uitvoeren. Zij heeft haar waarschuwingsplicht geschonden. De rechtbank verklaart daarom voor recht dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door [opdrachtnemer] . De gevorderde vervangende schadevergoeding wordt afgewezen. [opdrachtnemer] is namelijk niet in verzuim gekomen. Zij heeft steeds herstel aangeboden. Er is echter een impasse ontstaan tussen partijen over de vraag of de houten constructie van de woning het door de deskundigen geadviseerde herstel kan dragen, althans wie de kosten daarvan moet betalen. Die vraag kan de rechtbank echter niet beantwoorden. De proceskosten worden in de gegeven omstandigheden tussen partijen gecompenseerd. In paragraaf 4 wordt uitgelegd hoe dit oordeel van de rechtbank tot stand is gekomen.
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 25 april 2024 met 43 producties,
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met 4 producties,
- het tussenvonnis van 24 juli 2024,
- de conclusie van antwoord in reconventie met productie 44,
- het bericht van 25 november 2024 met productie 5 van [opdrachtnemer] ,
- de mondelinge behandeling van 3 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
De rechtbank oordeelt dat dit het geval is.
voorafgaanddeugdelijk onderzoek naar de ondergrond heeft [opdrachtnemer] haar waarschuwingsplicht geschonden. Zij is daardoor toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis uit de overeenkomst met [opdrachtgevers] . De gevorderde verklaring voor recht wordt dus toegewezen. [opdrachtgevers] hebben hier voldoende belang bij. Hun belang beperkt zich immers niet tot een aanspraak op nakoming (herstel). Bovendien werd door [opdrachtnemer] betwist dat zij haar waarschuwingsplicht heeft geschonden. De verklaring voor recht biedt partijen duidelijkheid op dit punt.
De brief van (de voormalige gemachtigde van) [opdrachtgevers] van 2 mei 2023 bevat vervolgens weliswaar een termijn om tot herstel over te gaan, maar op dat moment verzetten de redelijkheid en billijkheid zich ertegen dat [opdrachtnemer] hiertoe verplicht zou zijn. Vast staat namelijk dat partijen overeengekomen waren dat er
eersteen constructeur zou worden ingeschakeld om de draagkracht van de constructie te controleren, of die het door de experts voorgestelde herstel letterlijk kan dragen. De rechtbank acht deze keuze redelijk en begrijpelijk, mede gelet op het voorbehoud van [bedrijf 3] in haar expertiserapport. Dat [opdrachtgevers] er niet in slaagden om een constructeur te vinden, betekent niet dat zij [opdrachtnemer] weer tot nakoming (herstel) konden aanspreken. Daar komt bij dat [opdrachtnemer] vervolgens (binnen een redelijke termijn) op zoek is gegaan naar een constructeur wat heeft geleid tot het onderzoek door [bedrijf 1] op 18 september 2023. Ook heeft zij alvast ruimte gereserveerd in haar planning, in afwachting van de bevindingen van [bedrijf 1] .
voorafgaandaan de renovatie aan het licht was gekomen dat de geadviseerde zwaluwstaartplaten niet konden worden gedragen door de bestaande balkenlaag. Niet uit te sluiten valt dat zij mogelijk ervoor gekozen zouden hebben de overeenkomst (geheel of gedeeltelijk) op te zeggen (artikel 7:764 lid 1 BW).
direct en ineenswas meegenomen in de renovatie, dan wanneer dit pas plaatsvindt (zoals nu het geval is)
nadatde gerenoveerde badkamer moet worden gedemonteerd/gesloopt en daarna weer van meet af moet worden opgebouwd. Het geoffreerde bedrag van ruim € 22.000,00 komt de rechtbank, zeker in samenhang bezien met de aanneemsom van € 24.500,00, (zeer) hoog voor. Het komt de rechtbank logisch voor dat [opdrachtnemer] ook betrokken is bij de eventuele verzwaring van de constructie, als (hoofd)aannemer dan wel ten minste om de werkzaamheden zodanig op elkaar af te stemmen dat de kosten en overlast zo veel als mogelijk worden beperkt.
5.De beslissing
15 januari 2025.