ECLI:NL:RBZWB:2025:2991
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak betreffende Wet open overheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 mei 2025, wordt het verzoek van verzoeker om een veroordeling van de minister van Justitie en Veiligheid in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had eerder een beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). Dit beroep werd ingetrokken nadat de minister op 25 november 2024 alsnog een besluit had genomen. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af.
De rechtbank overweegt dat, hoewel de minister tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker, er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Dit komt doordat het beroepschrift niet is ingediend door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent en er geen proceskosten zijn aangetoond die voor vergoeding in aanmerking komen volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank wijst het verzoek als kennelijk ongegrond af.
Daarnaast merkt de rechtbank op dat verzoeker in dit beroep geen griffierecht heeft hoeven betalen, omdat dit beroep samenhangt met een ander beroep. Hierdoor is er ook geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht in deze zaak. De rechtbank concludeert dat het verzoek om proceskostenvergoeding wordt afgewezen.