ECLI:NL:RBZWB:2025:3203
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. De belanghebbende had op 13 februari 2024 bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) 2020. De inspecteur had dit bezwaar aangemerkt als beroepschrift en doorgestuurd naar de rechtbank. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, en dat de belanghebbende geen goede reden heeft gegeven voor het verzuim. De rechtbank heeft de belanghebbende eerder gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en heeft hem meerdere keren de gelegenheid gegeven om dit te voldoen. Aangezien het griffierecht niet op tijd is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en blijft het bestreden besluit in stand. De rechtbank draagt de inspecteur op om het tweede bezwaarschrift als verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2020 in behandeling te nemen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet.