In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 juni 2025, wordt het beroep van eiser tegen de beëindiging van zijn Ziektewet (ZW) uitkering beoordeeld. Het UWV had op 30 juni 2023 besloten om de ZW-uitkering van eiser te beëindigen per 31 juli 2023, wat door eiser werd bestreden. De rechtbank heeft op 26 mei 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank concludeert dat het UWV onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de psychische klachten van eiser niet tot beperkingen hebben geleid en dat er onvoldoende rekening is gehouden met zijn lichamelijke klachten, zoals de nekklachten en de gevolgen van COPD. De rechtbank stelt het UWV in de gelegenheid om de gebreken in het besluit te herstellen binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak. Indien het UWV geen gebruik maakt van deze gelegenheid, dient het dit binnen twee weken aan de rechtbank te melden. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.