In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 2 juni 2025, wordt het beroep van eiseres beoordeeld tegen het uitblijven van een beslissing op twee verzoeken op grond van de Wet open overheid (Woo). Eiseres had op 22 december 2024 beroep ingesteld, omdat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg niet tijdig had beslist op haar verzoeken van 29 september en 3 oktober 2024. De rechtbank behandelt de ontvankelijkheid van het beroep en de vraag of de beslistermijn is overschreden. Het college had de beslistermijn opgeschort, omdat eiseres haar verzoeken niet voldoende concreet had gemaakt. De rechtbank concludeert dat de opschorting van de beslistermijn geldig was tot 20 december 2024, waarna het college alsnog moest beslissen. De rechtbank legt het college een beslistermijn op tot uiterlijk 1 september 2025 en bepaalt dat het college een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Het beroep van eiseres wordt gegrond verklaard, en het college moet het griffierecht vergoeden.