ECLI:NL:RBZWB:2025:3547
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak betreffende Wet open overheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 juni 2025, wordt het verzoek van verzoeker om een veroordeling van de staatssecretaris van Financiën in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had eerder een beroep ingesteld wegens het uitblijven van een besluit op zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). Dit beroep werd ingetrokken nadat de staatssecretaris op 12 maart 2025 alsnog een besluit had genomen. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af.
De rechtbank overweegt dat, hoewel de staatssecretaris tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker, er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Dit komt omdat het beroepschrift niet is ingediend door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent en er verder geen proceskosten zijn aangetoond die voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank wijst het verzoek als kennelijk ongegrond af.
Wel wijst de rechtbank erop dat de staatssecretaris verplicht is het door verzoeker betaalde griffierecht van € 194,- te vergoeden. Verzoeker moet zich hiervoor wenden tot de staatssecretaris. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.