ECLI:NL:RBZWB:2025:3629
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de naheffingsaanslag accijns opgelegd aan een B.V. door de Belastingdienst
Op 10 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank beoordeelt het beroep van de B.V. tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 26 februari 2024, waarbij een naheffingsaanslag accijns is opgelegd over de periode van 23 september 2019 tot en met 4 november 2022. De inspecteur had de naheffingsaanslag, belastingrentebeschikking en verzuimboete gehandhaafd, maar de rechtbank oordeelt dat de B.V. aan haar bewijslast heeft voldaan. De rechtbank concludeert dat de door de B.V. ingekochte ethanol, die gedenatureerd is, is gebruikt voor de vervaardiging van kunstharsen die niet voor menselijke consumptie zijn bestemd. Hierdoor is de accijns op de ethanol vrijgesteld. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag, de belastingrentebeschikking en de verzuimboete, en bepaalt dat de inspecteur het griffierecht en proceskosten aan de B.V. moet vergoeden.