In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 juni 2025, wordt het beroep van eiseres tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis beoordeeld. Eiseres had eerder beroep ingesteld na een uitspraak van 11 december 2024, waarin werd vastgesteld dat de directeur van de RUD Zeeland niet bevoegd was om te beslissen op het bezwaar van eiseres. De rechtbank had het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen, maar eiseres stelt dat dit niet is gebeurd. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de beslistermijn is verstreken. Eiseres had het college op 8 maart 2025 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen nieuw besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat het college binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 250,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 37.500,-. Tevens moet het college het griffierecht van € 197,- aan eiseres vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.