ECLI:NL:RBZWB:2025:3895
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 23 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen [belanghebbende] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank behandelt de beroepen van belanghebbende tegen naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en bijbehorende boetes. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 371,-. De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de termijn waarbinnen dit moet gebeuren. Ondanks een beroep op betalingsonmacht door de gemachtigde van belanghebbende, heeft deze niet de gevraagde onderbouwing geleverd. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht. Hierdoor zijn de beroepen niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de rechtbank de inhoudelijke beoordeling van de beroepen achterwege laat en de bestreden besluiten in stand blijven. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.