ECLI:NL:RBZWB:2025:3899
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juni 2025, met zaaknummer BRE 24/2848, wordt het beroep van belanghebbende B.V. behandeld. Het beroep betreft een verzuimboete opgelegd bij de aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2019. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 371,-. De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de termijn waarbinnen dit moest gebeuren.
Belanghebbende heeft in april 2024 aangegeven dat zij niet in staat is het griffierecht te voldoen wegens betalingsonmacht, maar heeft niet de gevraagde onderbouwing geleverd. De griffier heeft het beroep op betalingsonmacht afgewezen. Ondanks meerdere herinneringen heeft belanghebbende het griffierecht niet tijdig betaald. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.