ECLI:NL:RBZWB:2025:3901
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juni 2025, wordt het beroep van belanghebbende B.V. behandeld, dat betrekking heeft op een verzuimboete opgelegd bij de aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2019. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. De rechtbank wijst op de verplichting om griffierecht te betalen volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en stelt dat het griffierecht voor deze zaak € 371,- bedraagt. De griffier had belanghebbende eerder gewezen op de noodzaak van tijdige betaling en had een termijn gesteld. Ondanks een beroep op betalingsonmacht door de gemachtigde van belanghebbende, heeft deze niet de gevraagde onderbouwing geleverd. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De rechtbank beoordeelt het beroep niet inhoudelijk en laat het bestreden besluit in stand. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.