ECLI:NL:RBZWB:2025:3904

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 juni 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
BRE 24/1282
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de aanslag leges omgevingsvergunning door de rechtbank

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juni 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hulst beoordeeld. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende een aanslag leges opgelegd voor een omgevingsvergunning die was aangevraagd voor verduurzaming van haar woning. De rechtbank behandelt de vraag of de aanslag leges tot een juist bedrag is opgelegd en of de heffingsambtenaar de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft geschonden.

Belanghebbende had op 5 juni 2023 een omgevingsvergunning aangevraagd voor verduurzaming van haar woning, waarbij verschillende werkzaamheden zouden worden uitgevoerd, zoals het vervangen van kozijnen en het plaatsen van zonnepanelen. De heffingsambtenaar legde een aanslag leges op van € 3.813,40, gebaseerd op de opgegeven kosten van de werkzaamheden. Belanghebbende betwistte de hoogte van de aanslag en stelde dat deze onduidelijk was opgebouwd.

De rechtbank concludeert dat de aanslag leges correct is berekend volgens de geldende tarieventabel en dat er geen schending van de beginselen van behoorlijk bestuur heeft plaatsgevonden. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en zij krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/1282

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juni 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hulst, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 11 december 2023.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een aanslag leges omgevingsvergunning opgelegd (de aanslag leges).
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 27 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de heffingsambtenaar, [naam 1] en [naam 2].

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de aanslag leges tot een juist bedrag is opgelegd. Tevens beoordeelt de rechtbank of de heffingsambtenaar de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft geschonden. De rechtbank beoordeelt dit aan de hand van de beroepsgronden van belanghebbende.
3. Naar het oordeel van de rechtbank is de aanslag leges tot een juist bedrag opgelegd. Van schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Feiten

4. Belanghebbende heeft op 5 juni 2023 een omgevingsvergunning aangevraagd voor verduurzaming van haar woning aan [adres] te [plaats] (de woning). Daarin is het project als volgt omschreven:

Woning voorzien van nieuwe dakbedekking en isolatie. Asbesthoudende leien verwijderen. Kozijnen en buitendeuren vervangen. Dakramen plaatsen. Zonnepanelen plaatsen.
4.1.
Ter toelichting heeft belanghebbende op het aanvraagformulier de volgende opmerking geplaatst:

De renovatie is gericht op de verduurzaming van de woning. Het dak is niet geïsoleerd. De asbesthoudende leien worden verwijderd, het dak wordt geïsoleerd en zwarte leipannen bekleden het nieuwe dak. De houten kozijnen, vaak met alleen enkel glas, worden vervangen door aluminium kozijnen met een hoge isolatiewaarde + dubbelglas (HR++). De zolder wordt voorzien van een dakkapel, vooral bedoeld als vluchtweg ivm calamiteit. Het dak wordt voorzien van zonnepanelen.”
4.2.
Op 23 juni 2023 heeft de heffingsambtenaar aanvullende vragen gesteld. Belanghebbende heeft deze vragen bij brief van 25 juni 2023 beantwoord.
4.3.
Aan belanghebbende is op 8 augustus 2023 een omgevingsvergunning verduurzamen woning verleend. De vergunning heeft betrekking op:
- het plaatsen van nieuwe kozijnen;
- het plaatsen van een dakkapel;
- het vervangen van het dak;
- het handelen in strijd met het bestemmingsplan.
4.4.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een aanslag leges met [aanslagnummer] ten bedrage van € 3.813,40 opgelegd.
4.5.
Belanghebbende heeft vragen gesteld over de hoogte van de aanslag.
4.6.
De heffingsambtenaar heeft daarop, voor zover hier van belang, als volgt gereageerd:

De leges worden in beginsel bepaald aan de hand van de opgegeven kosten (blad 11 van het aanvraagformulier) inclusief BTW. Die opgegeven kosten bedragen € 175.000,00 exclusief, € 211.750,00 inclusief BTW. In dit geval zijn de leges bepaald op basis van een bedrag van € 145.000,00. Dat zijn de netto opgegeven kosten (€ 175.000,00) waarop de kosten van de activiteit, ‘Bouwen - zonnepaneel plaatsen’ ( € 15.000) in mindering zijn gebracht omdat dit wordt aangemerkt als een vergunningsvrije activiteit. Opmerking Opgemerkt wordt dat het renoveren van het dak wel een vergunningplichtige activiteit is. In elk geval omdat er een isolatiedakplaat op de bestaande gordingen wordt gelegd en deze gordingen worden verzwaard. Opbouw leges 1. Voor de activiteiten ‘Bouwen’ € 250,00 + (2% x € 145.000,00)= € 3.150,00 (2.3.1.1 legesverordening 2023) 2. Advies Welstandstoets € 290,00 (2.3.1.2 legesverordening 2023) 3. Buitenplanse kleine afwijking (art. 2.12, lid 1a, onder 2 Wabo) € 373,40 (2.3.3.2 legesverordening 2023) €3.813,40.

Motivering

Is de aanslag leges naar een juist bedrag opgelegd?
4.7.
De rechtbank stelt vast dat de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023 inclusief bijbehorende tarieventabel leges 2023 van de gemeente Hulst (de Legesverordening) van toepassing is op de door belanghebbende op 5 juni 2023 ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning.
4.8.
Belanghebbende betwist niet dat de aanslag leges in overeenstemming met de tarieventabel is opgelegd. Zij is echter van mening dat het bedrag van de leges onduidelijk is opgebouwd. Bovendien vindt belanghebbende het bedrag aan leges te hoog. Ter zitting heeft belanghebbende haar standpunt nader toegelicht en gesteld dat leges zijn geheven over een dakkapel terwijl zij geen dakkapel heeft geplaatst, maar enkel haar dak heeft verhoogd. Daarnaast wordt rekening gehouden met kunststofkozijnen terwijl belanghebbende aluminium kozijnen heeft geplaatst. Er is volgens belanghebbende gekeken naar haar factuur en er zijn geen vragen gesteld. Uitgaande van het bedrag van de leges zou het moeten gaan om € 160,00 per uur en er zou meer dan 40 uur tegen een tarief van € 75,00 gewerkt moeten zijn aan haar aanvraag.
4.9.
De heffingsambtenaar heeft ter zitting toegelicht dat de leges geheven zijn in overeenstemming met de tarieventabel. De aanpassingen aan het dak vallen volgens de heffingsambtenaar onder ‘verduurzaming’. De vervanging van de kozijnen is eveneens terecht in de heffing betrokken zoals genoemd in de omgevingsvergunning (zie 4.3).
4.10.
De rechtbank overweegt als volgt. Niet in geschil is dat de door belanghebbende aangevraagde werkzaamheden ook zijn uitgevoerd. De heffingsambtenaar is bij de berekening uitgegaan van de door belanghebbende bij de aanvraag opgegeven kosten en heeft de kosten van de zonnepanelen erop in mindering gebracht. Evenmin is in geschil dat de berekening van de leges plaats heeft gevonden in overeenstemming met de tarieventabel. De hoogte van de leges wordt onder meer berekend over de hoogte van de bouwkosten zoals ook toegelicht in de brief van de heffingsambtenaar (zie 4.6). Belanghebbende heeft ter zitting desgevraagd aangegeven dat zij die berekening kan volgen. De rechtbank verwerpt de stelling van belanghebbende dat de leges herleid moeten kunnen worden naar de daadwerkelijk gewerkte uren door de heffingsambtenaar. De legesheffing is vastgesteld op grond van forfaitaire bedragen en de bouwkosten. Verder heeft de heffingsambtenaar in het verweerschrift uitgelegd dat, ook al is omgevingsvergunning van rechtswege verleend, er werkzaamheden naar aanleiding van de ingediende aanvraag zijn verricht. Deze werkzaamheden zijn ter zitting besproken. Naar het oordeel van de rechtbank is de aanslag leges naar een juist bedrag berekend.
Heeft de heffingsambtenaar de algemene beginselen van behoorlijk bestuur geschonden?
4.11.
Belanghebbende heeft aangevoerd dat zij meerdere malen geprobeerd heeft contact op te nemen met de heffingsambtenaar, maar dat haar terugbelverzoeken niet zijn beantwoord. Bovendien heeft belanghebbende de berekening van de aanslag leges pas later, op haar verzoek ontvangen en niet tegelijk met de aanslag zodat het voor haar onduidelijk was hoe de leges berekend waren. Daarnaast zijn de vragen van belanghebbende niet inhoudelijk behandeld, aldus belanghebbende.
4.12.
Naar de rechtbank begrijpt bedoelt belanghebbende – met hetgeen zij hiervoor heeft aangevoerd – te stellen dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn geschonden, meer specifiek het zorgvuldigheidsbeginsel. Naar het oordeel van de rechtbank is hiervan geen sprake. Uit het dossier valt af te leiden dat per mail een toelichting op de vragen van belanghebbende is gegeven. Deze toelichting is opgenomen onder 4.6 van deze uitspraak. Ter zitting is door de heffingsambtenaar nog verder toegelicht waarom deze toelichting niet reeds in het primaire besluit is opgenomen. Dat deze toelichting op verzoek heeft plaatsgevonden en niet reeds bij het verstrekken van de aanslag leges, leidt er niet toe dat er strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel. Hetgeen belanghebbende verder heeft aangevoerd, kan evenmin leiden tot een ander oordeel.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is ongegrond. Belanghebbende krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Wiskerke-Hovanesian, griffier, op 23 juni 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst en wordt aan de partij die niet digitaal procedeert aangetekend per post verzonden op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.