ECLI:NL:RBZWB:2025:4249
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van een besluit op een verzoek op grond van de Woo; ingebrekestelling; binnen de termijn van de ingebrekestelling alsnog een besluit genomen; beroep niet-ontvankelijk
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld, omdat de staatssecretaris volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn Woo-verzoek van 27 mei 2024. Dit verzoek betreft het voorkomen van zijn onderneming. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris, na ontvangst van de ingebrekestelling op 6 augustus 2024, bij besluit van 8 augustus 2024 alsnog binnen twee weken heeft beslist. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank kan geen beslistermijn opleggen en de staatssecretaris hoeft daarom geen dwangsom aan eiser te betalen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van drs. A. Lemaire, griffier, op 7 juli 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen.