ECLI:NL:RBZWB:2025:4310

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 juni 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
11354909 MB VERZ 24-1405
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijk gegrond beroep tegen verkeersboete met schending van informatie- en hoorplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de A58 te Ulvenhout op 28 december 2022. Betrokkene heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond en dat de boete terecht was opgelegd. Echter, de kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de informatieplicht was geschonden, omdat betrokkene geen dossier had ontvangen en niet in de gelegenheid was gesteld om te worden gehoord. Dit leidde tot de vernietiging van de beslissing van de officier van justitie. De kantonrechter heeft de boete gematigd met 25% vanwege de schending van de hoorplicht en de overschrijding van de redelijke termijn. Uiteindelijk is de boete vastgesteld op € 196,88, en is de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene, die zijn vastgesteld op € 453,50.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer.: 11354909 \ MB VERZ 24-1405
CJIB-nummer: 7062 5422 5482 3629
uitspraakdatum: 13 juni 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] B.V.
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 juni 2025. Namens de officier van justitie is verschenen [naam] (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de A58 te Ulvenhout op 28 december 2022 om 10:43 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de beslistermijn verstreken was voor het nemen van een beslissing door de officier van justitie. Betrokkene heeft geen kopie van het dossier ontvangen. Ook is de hoorplicht geschonden. Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het zaakoverzicht is meegestuurd met de beslissing, maar dat was te laat. Gemachtigde diende het zaakoverzicht namelijk voor de beslissing te krijgen. Daarom is de informatieplicht geschonden, waardoor de beslissing van de officier van justitie vernietigd dient te worden. Gemachtigde is echter niet geschaad in het verdedigingsbelang. In dit geval is überhaupt geen hoorzitting gepland, zodat conform het arrest van het gerechtshof een matiging van 25% moet worden toegepast. Ook is de redelijke termijn overschreden, waardoor de boete nogmaals met 25% gematigd moet worden.

Overwegingen

Inhoudelijk
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Dit wordt feitelijk ook niet ontkend. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
Schending informatieplicht
Gemachtigde heeft aangevoerd geen dossier te hebben ontvangen. De kantonrechter is met de zittingsvertegenwoordiger van oordeel dat de informatieplicht is geschonden. De beslissing van de officier van justitie zal daarom worden vernietigd. Nu niet gesteld of gebleken is dat betrokken hierdoor in zijn verdedigingsbelang is geschaad, verbindt de kantonrechter geen gevolgen aan deze schending.
Schending hoorplicht
Betrokkene heeft, via een gemachtigde, beroep aangetekend bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft de gemachtigde en betrokkene niet in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. Dit is in strijd met de wet, omdat niet is voldaan aan de wettelijke voorwaarden om van horen af te zien. Volgens vaste rechtspraak dient dit te leiden tot vernietiging van de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep. Het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep is om die reden gegrond.
Gelet op de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2025:2852), waarin het gerechtshof oordeelt dat een betrokkene dezelfde compensatie dient te krijgen als een betrokkene die in het administratief beroep niet is bijgestaan door een professionele gemachtigde, ziet de kantonrechter aanleiding om de boete te matigen met 25% naar € 262,50,- omdat sprake is van een structurele schending van de hoorplicht (zie het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2022:9934).
Overschrijding redelijke termijn
Iedereen heeft recht op behandeling van zijn rechtszaak binnen een redelijke termijn (artikel 6, lid 1 van het EVRM). Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:GHARL:2017:1777) is sprake van schending van die redelijke termijn van berechting wanneer de procedure bij de officier van justitie en de kantonrechter tezamen langer dan twee jaar heeft geduurd. Deze termijn vangt aan bij het opleggen van de boete.
In dit geval is de boete opgelegd op 10 januari 2023 en is de redelijke termijn dus met vijf maanden overschreden.
Omdat sprake is van een overschrijding zal de kantonrechter de boete van € 262,50,- matigen met 25% naar € 196,88,- (zie ECLI:NL:GHARL:2023:6369).
Proceskostenvergoeding
Nu de boete wordt gematigd is er aanleiding voor een proceskostenvergoeding. Daarbij gaat het alleen om de kosten van de kantonfase, aangezien geen sprake is van een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid, zodat de kosten, gemaakt in het administratief beroep, niet voor vergoeding in aanmerking komen (zie ECLI:NL:GHARL:2025:2852). De proceskostenvergoeding is als volgt berekend:
beroepschrift kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 907,- = € 453,50

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep gegrond en vernietigt die beslissing;
  • verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gedeeltelijk gegrond en wijzigt de inleidende beschikking in zoverre dat het bedrag van de boete wordt gewijzigd in
€ 196,88,-, plus € 9,- administratiekosten;
  • draagt de officier van justitie op het bedrag van € 153,12,-, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen;
  • veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 453,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: