ECLI:NL:RBZWB:2025:4317

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 juni 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
11074967 - MB VERZ 24-528
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet vastgestelde gedraging met mobiel elektronisch apparaat

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de A16 te Prinsenbeek op 6 december 2022. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van betrokkene, mr. N.G.A. Voorbach, aangevoerd dat op basis van de foto niet onmiskenbaar kan worden vastgesteld dat het om een mobiel apparaat gaat. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter gesteld dat de verbalisant voldoende bewijs heeft geleverd door te verklaren dat het een mobiel elektronisch apparaat betreft.

De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. De foto biedt onvoldoende duidelijkheid over de aard van het voorwerp, waardoor betrokkene het voordeel van de twijfel krijgt. De kantonrechter heeft daarom het beroep gegrond verklaard, de beschikking waarbij de boete was opgelegd vernietigd en bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald. Tevens is een proceskostenvergoeding van € 1.230,50 toegekend aan betrokkene. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11074967 \ MB VERZ 24-528
CJIB-nummer : 1062 5422 5434 7646
uitspraakdatum : 13 juni 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. N.G.A. Voorbach (Verkeersboete.nl)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 juni 2025. Namens de officier van justitie is verschenen [naam] (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Als gemachtigde is verschenen mr. J. Piet. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de A16 te Prinsenbeek op 6 december 2022 om 12:28 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat betrokkene zich niet kan verenigen met de beslissing van de officier van justitie. Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
Ter zitting heeft gemachtigde hieraan toegevoegd dat op basis van de foto niet onmiskenbaar kan worden vastgesteld dat het een mobiel betreft. Slechts een zwart voorwerp is te zien. Niet duidelijk is de vorm dan wel een kleur van een hoes. Waarom dit een mobiel betreft is onduidelijk.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verbalisant is niet verplicht om een kleur, type of merk te vermelden. De constatering dat het een mobiel elektronisch apparaat betreft is voldoende. Dat heeft de verbalisant dan ook duidelijk verklaard. Op de foto is te zien dat het een telefoon betreft.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat in dit specifiek geval aan de hand van de foto niet duidelijk is te zien dat het om een mobiel elektronisch apparaat gaat, reden waarom betrokkene het voordeel van de twijfel krijgt.
Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.
Ook zal de kantonrechter een proceskostenvergoeding toekennen, die als volgt is berekend:
administratief beroepschrift: 1 punt x gewicht 0,5 x € 647,- = € 323,50
beroepschrift kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 907,- = € 453,50
zitting kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 907,- =
€ 453,50
totaal € 1.230,50

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 359,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 1.230,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2025.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: