ECLI:NL:RBZWB:2025:4333

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
11398065 MB VERZ 24-1538
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete en niet-ontvankelijkheid van het beroep

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het gebruik maken van een fietsstrook gemarkeerd met een doorgetrokken streep op de Schorsmolenstraat te Breda op 24 juni 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 28 mei 2025 is betrokkene niet verschenen, maar had hij wel verzocht om aanhouding van de behandeling van zijn zaak. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene niet tijdig om aanhouding had verzocht en heeft de zaak behandeld.

De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht om de zekerheid op nihil te stellen en het beroep ongegrond te verklaren, omdat het beroep te laat was ingediend. Betrokkene had aangevoerd dat hij contact had opgenomen met de gemeente Breda, maar de kantonrechter oordeelde dat dit geen verschoonbare termijnoverschrijding opleverde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van beroep bij de officier van justitie op 18 augustus 2023 eindigde, maar dat het beroepschrift pas op 27 augustus 2023 was ontvangen. Dit was te laat en betrokkene had niet aannemelijk gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard, omdat de officier van justitie het beroep terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en betrokkene is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11398065 \ MB VERZ 24-1538
CJIB-nummer : 5062 5422 5895 8425
uitspraakdatum : 28 mei 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 28 mei 2025. Namens de officier van justitie is verschenen [naam] (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen maar heeft kort voor de zitting verzocht om aanhouding van behandeling van zijn zaken. De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene niet tijdig om aanhouding heeft verzocht en heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: met een motorvoertuig gebruik maken van een fietsstrook gemarkeerd met een doorgetrokken streep op de Schorsmolenstraat te Breda op 24 juni 2023 om 23:56 uur.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht de zekerheid op nihil te stellen en het beroep
ongegrond te verklaren omdat het te laat is ingediend in de beroepsfase bij de officier van justitie. Dat betrokkene contact heeft opgenomen met de gemeente Breda en daarom te laat beroep heeft ingediend is geen verschoonbare termijnoverschrijding.
Betrokkene heeft over het al dan niet te laat indienen van het beroep aangevoerd dat contact op te hebben genomen met de gemeente Breda.

Overwegingen

Zekerheidstelling
Op grond van artikel 11 Wahv moet de indiener van een beroepschrift eerst een bedrag aan zekerheidstelling betalen voordat het beroep in behandeling kan worden genomen. Betrokkene heeft deze zekerheidstelling van € 169,- niet betaald.
Betrokkene heeft aangevoerd de zekerheid niet te kunnen betalen. De kantonrechter geeft betrokkene op dit punt het voordeel van de twijfel. De te betalen zekerheid wordt daarom op nihil gesteld.
Termijnoverschrijding bij de officier van justitie
De kantonrechter overweegt als volgt. Voor het instellen van beroep bij de officier van justitie geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 18 augustus 2023. De officier van justitie heeft het beroepschrift echter pas op 27 augustus 2023 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld.
Betrokkene is echter niet verschenen op de zitting. De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene met wat in het beroepschrift hierover is aangevoerd niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het te laat beroep instellen niet aan hem kan worden toegerekend.
De officier van justitie heeft het beroep dus terecht niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat het beroep tegen die beslissing ongegrond is.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: