Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
onnodiggeluid veroorzaken nu met een hoge snelheid waarschijnlijk geslipt is en er daarom geremd moest worden.
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd voor het veroorzaken van onnodig geluid met een motorvoertuig op het Kadeplein te Roosendaal op 10 februari 2023. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V., heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van betrokkene aangevoerd dat de gedraging niet heeft plaatsgevonden en dat de verbalisant relevante informatie in het proces-verbaal heeft weggelaten. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft betoogd dat de gedraging wel degelijk heeft plaatsgevonden en heeft verzocht om een gedeeltelijke gegrondverklaring van het beroep.
De kantonrechter heeft overwogen dat er onvoldoende bewijs is dat de gedraging heeft plaatsgevonden. Er was twijfel over de vraag of er daadwerkelijk sprake was van geluidsoverlast, aangezien betrokkene mogelijk geslipt was en daardoor moest remmen. De kantonrechter heeft daarom het beroep gegrond verklaard, de boete vernietigd en de officier van justitie opgedragen het betaalde bedrag aan zekerheid terug te betalen. Tevens is een proceskostenvergoeding van € 1.230,50 toegekend aan betrokkene. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep tegen deze beslissing.