ECLI:NL:RBZWB:2025:4442

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
11238129 MB VERZ 24-627
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet afgegeven keuringsbewijs voor motorrijtuig

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen omdat er geen keuringsbewijs was afgegeven voor zijn motorrijtuig met een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder. De gedraging werd vastgesteld door de RDW op 12 september 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 14 mei 2025 was de zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. Betrokkene voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat het voertuig volgens de RDW geschorst was en daarom niet APK gekeurd hoefde te worden. Hij had een screenshot van de RDW-website meegestuurd ter ondersteuning van zijn standpunt.

De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat uit de stukken in het dossier voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de constatering van de gedraging en heeft geoordeeld dat betrokkene onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het voertuig ten tijde van de constatering door de RDW geschorst was. De boete is derhalve terecht opgelegd en het beroep is ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11238129 \ MB VERZ 24-627
CJIB-nummer : 7062 5422 6095 8677
uitspraakdatum : 14 mei 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 mei 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: voor het motorrijtuig met een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder is geen keuringsbewijs afgegeven geconstateerd door de RDW op 12 september 2023 om 17.00 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Op de site van de RDW staat dat het voertuig was geschorst. Daarom hoeft het voertuig niet APK gekeurd te worden.
Een screenshot van de site van de RDW heeft betrokkene meegezonden met het beroepschrift.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft een screenshot meegezonden van de gegevens van dit voertuig. De zittingsvertegenwoordiger gaat echter uit van de gegevens van de RDW. De schorsing van twee andere voertuigen van betrokkene zijn eerder verlengd. Volgens de gegevens van de RDW was dit voertuig niet eerder geschorst.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de constatering van de gedraging. Betrokkene heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het voertuig was geschorst ten tijde van constatering door de RDW op
12 september 2023. Het meegezonden screenshot geeft ook geen aanleiding om te twijfelen aan de constatering van de gedraging.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: