ECLI:NL:RBZWB:2025:4446

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
11279477 MB VERZ 24-708
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete en niet-ontvankelijkheid van het beroep

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het niet dragen van een autogordel op de Nieuwe Postweg te Tholen op 13 april 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 14 mei 2025 was de betrokkene, evenals zijn gemachtigde, niet aanwezig. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. C.S. de Meer. De kantonrechter heeft overwogen dat de termijn voor het instellen van beroep bij de officier van justitie op 3 juni 2023 eindigde, maar dat het beroepschrift pas op 13 juli 2023 was ontvangen, wat te laat was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die het te laat indienen van het beroep konden rechtvaardigen.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de officier van justitie het beroep terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De beslissing van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzending van deze beslissing hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11279477 \ MB VERZ 24-708
CJIB-nummer : 2062 5422 5710 1928
uitspraakdatum : 14 mei 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 mei 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder of passagier geen gebruik maken van een autogordel op de Nieuwe Postweg te Tholen op
13 april 2023 om 19.08 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat dit beroepschrift onderdeel uitmaakt van ongeveer 200 beroepschriften die niet zijn ontvangen c.q. tijdig zijn verwerkt door het CVOM. Hierdoor heeft betrokkene onterecht een verhoging opgelegd gekregen. Verzocht wordt het beroepschrift te behandelen, de verhoging te schrappen en een nota met het initiële bedrag toe te sturen.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren.

Overwegingen

De kantonrechter overweegt als volgt. Voor het instellen van beroep bij de officier van justitie geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 3 juni 2023. De officier van justitie heeft het beroepschrift echter pas op 13 juli 2023 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld.
Betrokkene is echter niet verschenen op de zitting. De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene met wat in het beroepschrift hierover is aangevoerd niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het te laat beroep instellen niet aan hem kan worden toegerekend.
De officier van justitie heeft het beroep dus terecht niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat het beroep tegen die beslissing ongegrond is.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: