ECLI:NL:RBZWB:2025:4448

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
11219058 MB VERZ 24-585
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens negeren inhaalverbod

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een inhaalverbod op de Terneuzensestraat te Zaamslag op 17 november 2023. De betrokkene heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 14 mei 2025 was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, was wel aanwezig om de zaak te bepleiten.

De betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was, omdat hij en andere automobilisten een tractor hadden ingehaald en dat zijn collega geen boete had ontvangen. Hij stelde ook dat de bewijsstukken niet met hem gedeeld waren en dat er geen sprake was van een eenmanscontrole. De zittingsvertegenwoordiger betoogde echter dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging en dat er geen reden was om aan deze verklaring te twijfelen.

De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging. De kantonrechter zag geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en verklaarde het beroep ongegrond. De boete werd als terecht opgelegd beschouwd en er was geen reden om de boete te matigen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11219058 \ MB VERZ 24-585
CJIB-nummer : 9062 5422 6240 9101
uitspraakdatum : 14 mei 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 mei 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: negeren in inhaalverbod: bord F1 op de Terneuzensestraat te Zaamslag op 17 november 2023 om
14.5
uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Zowel betrokkene als een collega als vele andere auto’s hebben een tractor ingehaald. De collega van betrokkene heeft geen boete ontvangen. De bewijsstukken worden niet met betrokkene gedeeld vanwege een niet geijkte auto.
Maar ook bij radarzaken mag een staande houding niet zonder meer achterwege blijven. Er was geen sprake van een eenmanscontrole. Uit jurisprudentie blijkt dat een tussenliggende afstand van 500 meter al te groot is.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De zittingsvertegenwoordiger heeft een foto opgevraagd bij de verbalisant over het voertuig dat zou zijn ingehaald. Er is geen reden te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: