Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het overschrijden van een doorgetrokken streep op de Rijksweg A58 te Nieuw- en Sint Joosland op 8 mei 2023. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 14 mei 2025 is de zaak behandeld, waarbij de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. C.S. de Meer. De betrokkene en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de gedraging waarvoor de boete was opgelegd. De betrokkene voerde aan dat het praktisch onmogelijk was om de doorgetrokken streep te overschrijden, maar de kantonrechter zag geen reden om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.