Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Molenstraat te Zundert op 20 februari 2023. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting is de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van betrokkene, mr. N.G.A. Voorbach, en de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, aanwezig waren. Betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft overwogen dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd niet is komen vast te staan. De verklaring van de verbalisant was summier en er was onvoldoende bewijs dat betrokkene daadwerkelijk een mobiel elektronisch apparaat vasthield. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de boete vernietigd, en bepaald dat het betaalde bedrag aan zekerheid door de officier van justitie moet worden terugbetaald. Tevens is een proceskostenvergoeding van € 938,75 toegekend aan betrokkene. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep.