ECLI:NL:RBZWB:2025:4484
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) door de rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 10 juli 2025, wordt het beroep van V.O.F. [belanghebbende] tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 5.387 opgelegd, welke door de rechtbank werd getoetst. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag ten onrechte heeft gehandhaafd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de handelsinkoopwaarde van de Volkswagen Transporter in beschadigde staat op € 34.000 moet worden vastgesteld, wat leidt tot een verschuldigde Bpm van € 9.758. Aangezien belanghebbende al € 5.909 had voldaan, wordt de naheffingsaanslag verlaagd naar € 3.849. Daarnaast heeft de rechtbank een immateriële schadevergoeding van € 2.000 toegekend aan belanghebbende vanwege de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en veroordeelt de inspecteur tot het betalen van de verlaagde naheffingsaanslag en de proceskosten.