ECLI:NL:RBZWB:2025:4504
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen door termijnoverschrijding
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 juli 2025, wordt beslist over de beroepen van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar tegen aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2017 en 2018. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat ze te laat zijn ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is zes weken en begint op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar, die op 30 november 2023 was. De rechtbank stelt vast dat het beroepschrift pas op 12 januari 2024 op de post is gedaan, wat na de termijn is. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat het eerder op de post is gedaan en heeft ook geen verontschuldiging voor de termijnoverschrijding gegeven. Hierdoor blijft de niet-ontvankelijkheid van de beroepen in stand en wordt er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak gedaan. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.